We willen de zaken die ons dierbaar zijn beschermen. Maar willen we dat ook echt? Want ook het beschermen van de zaken die ons dierbaar zijn vragen om investeringen, in tijd, geld, mensen en middelen. Zijn we bereid om die tijd, geld, mensen en middelen beschikbaar te stellen, wetende dat dat ook voor een deel ten koste zal gaan van die andere zeer belangrijke zaken die ook geregeld moeten worden? De vraag in deze is ook wel wie is “we”? In de verkiezingsprogramma’s van veel politieke partijen staat dat zij meer willen investeren in veiligheid en daarmee ook in defensie. In veel talkshows, webinars en actualiteitenprogramma’s geven de sprekers aan dat investeren in veiligheid nodig is. Ook diverse rapporten van diverse instanties geven aan dat er bedreigingen zijn vanuit o.m. het buitenland. Bedreigingen die we het hoofd moeten kunnen bieden, maar waar we nu niet in alle gevallen toe in staat zijn. En ook een kleine zeventigduizend mensen hebben, door het tekenen van de petitie op www.psst.nl (het kan nog steeds!) aangegeven dat zij vinden dat er meer geld moet naar veiligheid en in dit geval specifiek naar de krijgsmacht. Al met al voldoende “we” zou je zeggen. Belangrijk de komende tijd is dat “we” dan ook gaan zorgen voor meer investeringen in veiligheid. Uiteraard in balans met uitgaven voor de andere belangrijke zaken. “We” moeten zorgen voor voldoende druk op de vertegenwoordigers die we op 17 maart hebben gekozen, zodat bij de kabinetsformatie veiligheid de aandacht en middelen krijgt die ervoor nodig zijn. “We” kunnen dat doen door bij iedere gelegenheid, als partijlid, forumdiscussiedeelnemer, bij informele gesprekken en uitingen in de media aan te geven dat de investeringen hard nodig zijn. Mail, bel, sms de mensen die erover gaan en herinner ze aan het belang van de investeringen in veiligheid. Dat doe ik, samen met mijn medebestuurders, ook. Samen kunnen “we” ervoor zorgen dat de teerling nu nog niet geworpen is en als de teerling wel geworpen gaat worden, dat “we” invloed hebben uitgeoefend op wat de uitkomst is. Maar dat moeten “we” nu doen!
