Als er een woord in Nederland aan inflatie onderhevig is, dan is dat het woord oorlog. In november 2015 gaf minister-president Rutte aan dat Nederland in oorlog was met de terroristische organisatie IS. De premier zei op een persconferentie: "ISIS is onze vijand, daarmee zijn we in oorlog. We zijn niet in oorlog met een geloof of de islam." In juni 2018 gaf onze premier aan dat er nog geen handelsoorlog tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten aan de orde was. terwijl zijn collega Trump aangaf dat dit wel het geval was. Volgens onze premie was er sprake van een ''ernstig conflict", nadat de Amerikanen importheffingen op Europees staal en aluminium hadden ingesteld. Onlangs was er ook een discussie naar aanleiding van het Tv-interview met de Minister van Defensie. Er werd gediscussieerd of de minister nu wel of niet heeft aangegeven dat Nederland in een cyberoorlog met de Russen is gewikkeld.
De definitie van oorlog is een gewapende strijd tussen volkeren of staten. Dus voor geen van de bovengenoemde voorbeelden geldt dat er sprake is van een echte oorlog. Toch nemen politici het woord oorlog steeds vaker in de mond. Deze woordkeuze heeft denk ik te maken met het tijdsbeeld waarin we leven. Na jaren van ‘happy glasnost en perestrojka’ worden we in het Westen hard wakker geschud nu de machtsblokken in de wereld op het punt van verschuiven staan.
Zo gaat Turkije, na China, in 2019 Russische S-400 luchtafweersystemen aanschaffen. Een mobiel luchtafweersysteem dat op grote afstand gevechtsvliegtuigen en langeafstandsraketten kan onderscheppen en daarmee een belangrijke bijdrage zal gaan leveren aan de beveiliging van het Turkse luchtruim. Dit luchtafweersysteem kan niet geïntegreerd kan worden binnen het NAVO raketschild dat de Amerikanen voor ogen hebben.
Niet alleen bondgenoot Turkije koopt in bij de Russen. Onlangs heeft India een contract van 5,2 miljard dollar voor de aanschaf van het S-400 luchtafweersysteem afgesloten. Het afweersysteem zal in 2020 aan India worden geleverd. Daarnaast is het Indiase leger is ook geïnteresseerd in Russische oorlogsschepen en - onderzeeboten. Volgens recent onderzoek van het Stockholm International Peace Research Institute is Rusland vandaag de dag de belangrijkste externe wapenleverancier voor het Indiase leger met een marktaandeel van 62% in de afgelopen jaren.
De reactie van president Trump, nummer twee op de lijst, op de aanschaf van het S-400 luchtafweergeschut was “India will soon find out” welke sancties Amerika tegen India zal gaan opleggen. India heeft al aangegeven dat ze hier niet wakker van zullen gaan liggen, omdat ze weten dat de Amerikanen niet zonder India kunnen als een partner om tegengewicht te geven aan de opkomende macht van China in Azië.
President Poetin ziet kansen en heeft zijn Indiase collega Narendra Modi aangeboden om samen met Rusland in de toekomst de Noordpool te gaan exploreren. Als China zich eveneens bij dit blok voegt dan is ‘de poet(in) snel verdeeld’. De geopolitieke ontwikkelingen zijn erg aan veranderingen onderhevig. Een (NAVO) vriend kan zomaar binnen niet afzienbare tijd een vijand worden.
Afgelopen week was ik toevallig op het Plein in Den Haag. De Chinese premier Li Keqiang bracht een bezoek aan onze premier. Enkele honderden Chinezen stonden te zingen en met vlaggen te zwaaien. Niet tegen mensenrechtenschendingen in China zoals in het verleden, maar pro China. Tijdens het bezoek werden er contracten, tussen de 6 en 8 miljard euro, met Nederlandse bedrijven afgesloten. De vraag die bij mij opkomt: “Wie zal hier uiteindelijk beter van worden? Het Nederlandse bedrijfsleven of China?”. Ik denk de laatste, maar het kan natuurlijk ook voortschrijdend inzicht zijn van ons bedrijfsleven. Machtsblokken zijn aan het veranderen. Met onze vriend Amerika zijn we in een handelsoorlog verwikkeld en nieuwe vriend China komt met miljarden over de brug. Het bedrijfsleven is hier blij mee, maar of ze hier ‘de oorlog’ mee gaan winnen daar plaats ik grote vraagtekens bij.