Durf te vragen!

17 dec 2018
3096 keer
Durf te vragen!
Afgelopen donderdag ben ik samen met onze onderhandelaar, majoor Niels van Woensel, naar de Maasvlakte geweest om samen met o.a. de politie en havenarbeiders aandacht te vragen voor werknemers die werkzaam zijn in zware beroepen. Politiemensen, militairen, BOA’s, brandweer, ambulancebroeders- en zusters en justitiemedewerkers: ze verrichten zwaar en vaak risicovol werk. Dat vraagt om pensioenafspraken die eerder stoppen met werk mogelijk maken. Verschillende bonden van de Coalitie voor Veiligheid hebben daarom ‘acte de présence’ gegeven bij de 66-minutenactie die de havenwerkers samen met de politiebonden op 13 december jl. hebben gehouden. Het weer was toepasselijk kil en koud, net zoals het kabinetsbeleid als het gaat om werknemers in de zware beroepen.

Het voor de AOW-gerechtigde leeftijd mogen stoppen met werken was onlangs in de media actueel. In verschillende kranten waren artikelen over de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) boete te lezen. Van een RVU is sprake als een regeling of gedeelte van een regeling betreft, die (nagenoeg) uitsluitend ten doel heeft een financiële overbrugging te geven voor de periode van ontslag tot aan de ingangsdatum van het pensioen of AOW. Als dit laatste aan de orde is dan wordt de werkgever een boete, een pseudo-eindheffing, van 52 % opgelegd die naast de belasting die de werknemer verschuldigd is over de ontvangen ontslaguitkering betaald moet worden.

Onlangs was in het FD te lezen dat Defensie ‘by far’ als werkgever met de hoogste RVU-boete wordt geconfronteerd. De ‘boete’ die Defensie het afgelopen jaar aan MINFIN heeft moeten betalen bedraagt 150 miljoen euro! Dit bedrag gaat de komende jaren verder oplopen richting de 175 miljoen euro. Defensie moet deze boete aan MINFIN overmaken omdat militairen verplicht voor hun 65 jarige leeftijd, dan wel als zij onder de nieuwe diensteinderegeling vallen, 5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd worden ontslagen. Het eerder moeten stoppen met werken vloeit voort uit de bijzondere positie van de militair. Een positie die onder andere in de Militaire Ambtenaren Wet wordt beschreven. Onze bijzondere positie is bij de invoering van de RVU-boete niet in ogenschouw genomen. Ik zou haast zeggen, zoals te doen gebruikelijk. Het gevolg is dat Defensie achter de feiten blijft aanlopen.

In de Tweede Kamer is uitgebreid gediscussieerd over de RVU-boete die Defensie moet betalen aan Financiën. De (toenmalige) Kamerleden plaatsten terecht vraagtekens bij het feit dat als de werkgever voldoet aan een (militaire) wet en de bijzonder positie van de militair in de Tweede Kamer is vastgesteld, deze werkgever wordt beboet omdat ze zich aan de wetgeving houdt. Tijdens een Algemeen Overleg Defensie van 2 november 2016 is de RVU-boete van Defensie aan de orde gesteld. Tijdens dit overleg werd door toenmalig minister Asscher (MINSZW) en staatssecretaris Wiebes (MINFIN) betoogd dat de overheid het goede voorbeeld moet geven en dat ‘als de werkgever Defensie, met de wetsgeschiedenis in de hand daadwerkelijk meent dat de wet hier onjuist wordt toegepast, de mogelijkheid van beroep en bezwaar openstaat. Dan is het de rechter die de uitspraak legt naast de bedoelingen van de wet’.

Dit is natuurlijk bijzonder. De Rijksoverheid zou dan tegen zichtzelf moeten procederen. Einde discussie, want dit is ondenkbaar, zo leek het. Totdat de Belastingdienst het goede voorbeeld moest geven. Het ministerie van Financiën heeft naar aanleiding van een reorganisatieontslag haar Belastingdienst een boete van 168 miljoen euro opgelegd. De Belastingdienst was het hier niet met eens. Het gevolg: de staatssecretaris van MINFIN heeft een rechtszaak tegen zichzelf aangespannen. Een rechtszaak die de staatssecretaris bij de Hoge Raad heeft gewonnen. De boete die door de Belastingdienst betaald moest worden is kwijtgescholden. Bij het lezen van dit vonnis werd er weer zout in de open wonden van Defensie gestrooid.

Waarom is Defensie niet gaan procederen? Maar misschien nog veel erger: waarom heeft de Tweede Kamer, die destijds zo begaan was met Defensie en haar onterechte RVU-boete, niet besloten deze boete die het ministerie jaarlijks betaalt standaard het jaar daarop als incidentele bijdrage bovenop het defensiebudget met Prinsjesdag terug te geven? Dit kan nog steeds, het is en blijft immers vestzak-broekzak! De teruggave van de RVU-boete zou ook de angel uit de huidige arbeidsvoorwaarden impasse kunnen zijn. En dat is iets waar ook de huidige Kamerleden mee begaan zijn, gezien de moties tijdens het wetgevingsoverleg Defensie van 5 november jl..

Kamerleden: durf te vragen!

Ik wens u allen fijne feestdagen en een mooi, gezond en veilig 2019.

Reageren op deze weblog>>

KVMO  |  Wassenaarseweg 2, 2596 CH Den Haag  |  070 - 383 95 04